De tatoeëerder-filosoof
“Lukt het zo, met je arm plat op het krukje?”, vraagt de tatoeëerder.
Ik knik. Het moet lukken. Het is al de zesde afspraak in de studio maar ik laat de lijnen dit keer zetten met een klein hartje, vanwege de schroom over een stuk lichaam waar ik niet tuk op ben. Mijn rechterarm confronteert me met ongemak. Hij is stram, smaller, korter dan de andere. Heeft minder kracht, staat gebogen. Ik kan hem moeilijk stilhouden als er een naald ingezet wordt. Toch wil ik de tattoo, daar, op de onderarm, bij wijze van upgrade.
De tatoeëerder gaat aan de slag, de naald zoemt. In golvende lijnen verschijnt ‘sea’. Het is aan die zee dat ik al decennia mijn hart heb verloren. Ze ligt er altijd, stelt geen vragen, geeft adem, biedt rust. Ik hou van de zee als ze kalm is en als ze woest is. Als de zon erin wegzakt, als ze verdriet en twijfels wegneemt of mijn geluk plots vergroot. La mer, mijn eeuwig lief.
De naald beweegt gestaag verder, de tatoeëerder schrijft met vaste hand de inkt in mijn arm en houdt die vakkundig in bedwang. Golf na golf. Tussendoor vraagt hij of het nog te doen is, de pijn? Ik zeg ja, het gaat, ook al nijpen mijn vingers zich samen en knikt mijn pols zonder dat ik er vat op heb. Wat ik graag wil weten: hoeveel uur per dag hij tatoeëert?
Veel minder dan vroeger, antwoordt hij. Hij doet het doodgraag maar doseert de laatste tijd. Gedaan met de ratrace, je moet de 40 voorbij zijn om te beseffen dat het anders kan. Naast zijn job geniet hij net zo veel van tijd met het gezin en van wandelingen, in de natuur, aan zee. Hij vertelt glimlachend: je moet er eens op letten hoeveel moeite het ons kost om te kijken naar kleine dingen. Een blad, een diertje dat beweegt. Een wolk. Ons hoofd is dat niet meer gewend, verdrinken in prikkels en drukte. Maar ontkoppelen is de slimmere keuze.
Hij heeft gelijk, weet ik. Terloops check ik waar hij het vak geleerd heeft? Van zijn vader, die deed het ook, maar hij is jong gestorven. Als hij nog had geleefd, dan…
Ik slik even. Herken wat de tatoeëerder zegt, over het gemis van vaders en mensen die te vroeg verdwenen zijn. Ik aarzel even. Vraag dan hoe lang zijn papa al overleden is?
“Ik was veertien, hij pleegde zelfmoord.”
Het wordt stil in de studio, we zeggen even niets, de naald zoemt tot aan het laatste golfje: sea. Dan gluur ik naar het resultaat. Het woord staat er sierlijk, eenvoudig en maakt mijn arm mooier. Niet meer te kort, te stram, te krom. Ik hoef ‘m niet meer te verbergen en dat heb ik aan de tatoeëerder te danken.
Als de wonde is verzorgd en ingepakt, praten we nog een poos na. Over het leven, de grote en kleine dingen. Over de complexiteit van kinderen opvoeden. De vaart die ons soms meesleurt, de rust die we maar beter kunnen koesteren. Hoe je het evenwicht vindt en tegelijk blijft worstelen met alles.
“We zijn allemaal amateurs, we beginnen elke dag opnieuw”, zegt de tatoeëerder-filosoof daarover. Hij voegt eraan toe dat hij soms inspiratie plukt uit podcasts, zoals ‘Praktijkvader’. Omdat je bij kinderen nooit een handleiding krijgt.
Ik moet er kostelijk om lachen. Stoere beer, zachte ziel. Het is een verademing om te horen dat we allemaal over hetzelfde struikelen: thuis, op kantoor en in de tattoostudio. We zijn een voetnoot in een grote, doldraaiende wereld. De uitdagingen zijn immens maar aan het einde van de dag lonkt de zee. In het hoofd, in het echt en nu ook op mijn arm.
“Wil je nog een coffee on-the-go?”, vraagt de tatoeëerder vrolijk wanneer ik afreken en mijn jas aantrek. “Je krijgt er eentje van het huis!”
Ik moet passen, ben met de fiets, dat drinkt niet zo handig. Maar ik hou de traktatie tegoed, bij de volgende afspraak. Dat belooft hij en dan tekent hij nieuwe lijnen op mijn verzoek. Tot het zover is, onthoud ik bovenal: we zijn allemaal amateurs. De rest staat gegrift in mijn hart, hoofd en huid.
(dank aan Bjorn & Melissa, voor de gastvrijheid & warme woorden)
Instagram: @tattoobjornbrugge