La señora sin stress
Het yogamatje staat hier al jaren te verkommeren. Knalgroen, opgerold met een verlept lint errond. Het werd amper drie keer gebruikt en de resterende 17 sessies op het yoga-abonnement zijn de vervaldatum inmiddels ver voorbij. Niet dat ik er niet in geloof, maar rust is een gek ding voor een actieve bifidus als ik.
Rust komt niet op commando en evenmin door halfslachtige lichaamskronkels zoals die – overigens niet onknappe – yogaleraar me ooit demonstreerde en aanleerde. Bovendien ergerde ik me tijdens zijn lessen aan mensen die amechtig kreunden terwijl ze met gesloten ogen een groet aan de zon brachten. Ik keerde compleet opgefokt van dat momentum terug – that’s me – en verbande de mat naar de kast.
Rust werkt voor mij wel als ze compleet en totaal is. Niet geforceerd of verpakt in 60 minuten opperste concentratie, te midden ons woelige westerse bestaan. Rust is wanneer het plaatje klopt, niks moet en niemand zegt dat ook dat een must is. De gps zwijgt, de zee ruist overal en je hoeft niet te ‘keren indien mogelijk’. Ik zie u al fronsen en zeggen dat zulks alleen kan op een onbewoond eiland. Gelijk heeft u. Of toch bijna, want een dunbevolkt eiland doet het ‘m ook. Negen dagen bracht ik door op zo’n plek. Ik noem die het liefst Amoras. (indien niet vertrouwd met Amoras: smurf er het internet op na. En weet dat dat internet op een eiland van secundair belang is.)
Amoras is waar je anders leeft dan hier. Waar de natuur de scepter zwaait. Waar bloemenpracht en bescheidenheid overdonderen, metershoge golven op rotsen inbeuken en je doen beseffen: het is allemaal maar tijdelijk. De bewoners zijn verrast dat je ‘zo ver’ hebt gereisd om hun eiland te bezoeken. Aanvankelijk lijken ze gereserveerd, maar ze heten je welkom als je zegt dat je komt genieten van de alledaagsheid van hun bestaan. Ze zijn – een occasionele zuurpruim niet te na gesproken – blij dat je er bent. En ze serveren heerlijke keuken, met de glimlach, in pretentieloze restaurantjes.
Amoras is klein. Met 3 tankstations en 2 ‘echte’ verkeerslichten. Er zijn geen shoppingcentra, drukke snelwegen of metershoge architecturale mastodonten. Het is wat het is: de mensen, hun plaatselijke economie, visvangst en landbouw, de oude vulkanen en hoe die dingen in harmonie bestaan. De ferry en luttele vluchten per dag brengen wat mensen van en naar het eiland. Verder is alles wat het is. Geen schreeuwerige billboards, geen haast-je-rep-je, geen risico op een burn-out. De tijd tikt, maar moordende deadlines zijn niet waar het leven om draait.
Of er dan geen issues zijn op het eiland? Jawel. De bewoners zijn kritisch over de gezagvoerders en de politiek. Er is vast ook armoe en de duurzame energie waar zo mee geboft wordt, blijkt deels gebakken lucht. Wie werk zoekt op Amoras, is eraan voor de moeite. Economisch is het geen zevende hemel, de gezondheidszorg is basic. Daar ga je als toerist eerst aan voorbij. Maar de realiteit sijpelt desondanks in en als je daar vrede mee neemt, kun je nog steeds genieten van de schoonheid. De essentie. De mensen. Daar draait het om, keer op keer.
Ik herinner me duizend parels van Amoras. De betoverende zonsondergangen, de ritten in de bergen, de ruwheid en verbluffende esthetiek van het eiland. Ik herinner me die ene avond, toen we in het uiterste zuiden gingen eten en het ene bord na het andere op tafel zagen verschijnen. Verse vis, ter plekke gevangen, bereid met de grootste zorg. De tafel raakte danig gevuld met schotels en flessen wijn, dat ik spontaan kreet: “Mo seg, al dad eten, ik krieg’n ier nog stress!!”
De broer van de uitbater – op Amoras spreekt men Spaans – had enkel het laatste woord begrepen. Hij lachte, legde zijn hand op mijn schouder en zei: “No, no stress. Señora sin stress. Sin stress!”
Hij bleef het de hele avond herhalen en zwaaide ons ook zo uit, toen we zijn zaak verlieten: “hasta luego, señora sin stress!”.
Mijn Amoras was veel te kort, zoals de meeste reizen dat zijn. En thuiskomen was acuut wakker geschud worden.
Er was een zee van auto’s en driftige chauffeurs op de Brusselse ring. Monsterfiles.
De medewerker van de spoorwegen wou mijn valies niet helpen dragen “omdat de wet dat verbiedt, madam”.
Op een carpoolparking sneden mensen mekaar de pas af, voet op het gaspedaal, vuist uit het raam: “want ik reed hier eerst!”.
In mijn plaatselijke supermarkt hoorde ik een medewerkster zeggen dat ze haar kl**t van een baas op zijn sm**l zou geven, als ze nog meer van die fluttaken toebedeeld kreeg.
Ik registreerde het met andere, niet begrijpende ogen en oren. Ik schrok van de gekheid. Van de ratrace waar we ons hier stuk op lopen. We vinden het normaal, maar eigenlijk is het waanzin. Als de stress thuis binnenkort weer piekt of ik overstuur dreig te raken, dan doe ik het. Ik sluit mijn ogen, reis af en sta op weer één van de donkere kliffen van Amoras. Ik luister naar de ruisende zee, overal en voel de woeste eenzaamheid en de totale rust.
Ik ben la señora sin stress.
PS: wie mijn yogamatje wil, mag het gratis komen halen.
Deze paasvakantie iets gelijkaardigs meegemaakt, maar dan wat dichterbij. In een land dat bekendstaat als Toeristisch Topland zelfs, maar dan in een regio die 1) niet zo bekend is bij den Toerist en 2) nog heel rustig-middeleeuws-basic is. De geneugten van Europa, de rust van het onbekend-zijn. De batterij is voor lange tijd opgeladen. En indien leeg, ligt ons paradijsje op maar een dag rijden / anderhalf uur vliegen. Het idee alleen al is genoeg om je aan op te laden 🙂
Noot: wel te mijden in de zomermaanden. Zo onbekend is het nu ook weer niet 🙂
ben zelf al drie jaar naar zo’n eiland geweest. zoals jij het bewierookt .
een eilanden groep, in het midden van de oceaan.
gezellig vriendelijk, klein . het grootste eiland is 60km lang en 18 breed. en groen
de andere zijn kleiner en knus. maar stilaan is mijnheer de toerist in opmaars.
ik hoop dat mijn ” Amoras ” zo kan blijven bestaan als het uwe
michel .