Tarara!
De rayon van de zuivel in de lokale supermarkt: dat is waar het altijd gebeurt. Daar worden de nieuwsfeiten op een rijtje gezet en geanalyseerd. Er komen geen gedegen watchers, actuakenners of journalisten bij kijken. De man en vrouw uit de straat maken de balans op. Zij weten echt waar het om draait.
Vorige vrijdag was het weer van dattum, in de budgetketen om de hoek waar ik traditioneel voorraad insla om mezelf en mijn kroost in leven te houden. Ter hoogte van de zuivelafdeling brak bescheiden nuptiale commotie uit tussen twee volslanke, ietwat verfomfaaide zeventigers. Hij wou abdijkaas in de kar zwieren, zij stond erop dat het dit keer jonge kaas was “want how, Fernand, m’en voarihe weke ol poaterskoas g’eejten. ’t Meuh ekkè wad anders zien de kommende dahen!”
Het stemvolume van de vrouw was net niet schadelijk voor trommelvlies en binnenoor. Negeren was geen optie, ongeacht de plek waar klanten zich in de winkel bevonden. Eensklaps werd bovendien duidelijk dat Fernand een ondergeschikte rol in het huishouden vervulde: beperkt spreekrecht en blinde gehoorzaamheid waren zijn deel. De man krabde achter zijn oor, viste zijn abdijkaas uit de kar en legde die enigszins teleurgesteld terug in het rek. Intussen propte zijn eega haar kaas ostentatief bij de rest van de boodschappen, met een kordaat “vwalla!” erachteraan. “En nu kumme no de kèsse vor af te rekenen.”
Fernand legde zich gedwee bij de beslissing neer, maar zag de planning alsnog gewijzigd toen een medewerker van de supermarkt – in het obligate blauwe schortje – tussen de rekken opdook. Hij begroette Fernand en ‘Julia’ spontaan en vroeg of “dassook no de match van Bruhhe tehen Oekraïne hekeken an?”
Fernand wilde bevestigen maar Julia snoerde hem prompt de mond. Ze bracht een persoonlijke analyse van de wedstrijd ten berde, terwijl ze de bloes rond haar gigantische en redelijk afhangende boezem fatsoeneerde. “Joak, m’ent hezien! Hoenoene! ’t Was voo bie te blèten vènt! Nehentig menuuten en ze do stoan prutsen! En ton noh verliezen, hedèmme. ‘k Noemen ik da hèn voetbal niemjee.”
De wijsvinger ging omhoog en Julia positioneerde zich nog een fractie dichter bij de medewerker. Sprak sissend: “Preud’homme eddem heschikt no die Russen (!) en hehokt ip heliekspel. Jatta nie moet’n doen. Ojje zo verre vlieht, moeje spelen voo te winnen. Je ho nie no Rusland voor e drawtje. Ek heliek of ek heliek?”
De medewerker van de supermarkt knikte glimlachend en zei Julia dat ze toch moest opletten: Oekraïners voor Russen verslijten is dezer dagen niet zonder risico. En Brugge had verloren van die Oekraïners ja, maar blauw-zwart deed het toch niet onaardig onder Preud’homme?
Fernand knikte instemmend. Hief ook zijn vinger op en wou de man bijtreden, maar dat was opnieuw buiten zijn wederhelft gerekend.
“Ah njeen zeker?”, ging Julia vurig verder. “K’en d’er kik olheliek een ander hedacht owver! Waddet Storm hedoan binst de match? Waddet Desutter hedoan? En Skjerdov**? Zjuuste NIET. Da lopt dor e bètje te prutsen ip da veld, Skjerdov noh ’t mjeest van ol, en lappe: tien menuuten voo tied e hol tehen. Sukkeloars! Da’s hèn voetbal!”
Fernand riskeerde ondanks het spervuur van zijn eega toch een voorzichtige interventie.“Ja Julia, ’t is mor e spel ee. Nie mjeer, nie min. Z’en under beste hedoan…”
“Under beste? Me voeten! Preud’homme esse mannen nie in d’ant. Zeht dakkik ’t hezeit en! Je zoesse beter e bètje minder betalen en mjeer loate werken!”
De supermarktmedewerker knikte en zei niets meer.
Fernand knikte en zei niets meer.
Er kwam uiteindelijk geforceerde eensgezindheid over de slappe verschijning van de Brugse spelers in Kiev en Oularé kreeg ter afronding een forse blaam.
“J’a beter zen owhen openhedoan in plekke van tehen de latte te schieten!”, poneerde Julia vastberaden.
Fernand waagde zich nog aan een tweede tussenkomst en stelde “dattie de mannen ’t ook nie oltied oender de markt en. Memmiender ook ol ekkè e mènder dahsje.”
“TARARA!”, wierp de helft van zijn trouwboek hem toe. “Mor ip zukke dahsje vlieh’n me olheliek nie no Rusland (!) ip kosten van de belastiengbetaler. Oarek je noh of ho je nu èppoeden mejje te moeien?”
Fernand hulde zichzelf terug in stilzwijgen. De medewerker van de supermarkt volgde hem daarin. Voelde aan dat het levensgevaarlijk was om te zeggen dat ‘de belastingbetaler’ weinig te maken had met dit debacle. Het luidde nog dat Club Brugge op trieste wijze een Europese kans gemist had, en het verder zou moeten bewijzen in de Pro League “woo dan ze tot nu toe wel treffelik hevoetbald en. Dus ’t is hèn kwestje van nie kunnen. ’t Is kwestje van te willen! En nu homme no de kèsse voo te betoalen. ’t Eed ier ol lank henoeg hedeurt. Eksen dah nog!”
Exit Julia. Exit Fernand.
En de supermarktman, hij ploegde verder.
** correcte naam: ‘Izquierdo’. Ook wel: aanvaller bij blauw-zwart.
wat is dat toch in bredene met club brugge ? wij zijn buren van oostende, dus lijkt het mij redelijker dat men supportert voor KVO . bij mij heeft het feit dat men brugge zo ophemelt het averechts effect, iedereen mag winnen, behalve CLUB BRUGGE !