Koffie op Kreta

“Kalimera. Can we get a frappé, double espresso and a latte please?”

We geven de bestelling door terwijl we op twee krakkemikkige stoelen zitten, aan een gammel tafeltje in een onooglijk steegje. Een warme droge bries jaagt de temperatuur genadeloos de hoogte in. Welkom op Kreta.

Het uithangbord van de taverne promoot ‘drinks – food – coffee’. Maar wanneer we onze driedubbele bestelling plaatsen, fronst de waard en zucht vervolgens diep. Dat bezoekers een ‘Greek coffee’ of ‘espresso’ bestellen: tot daaraan toe. Maar drie varianten waarvan eentje in dubbele hoeveelheid én een Italiaans recept erbovenop: dat gaat zijn petje te boven. Ietwat ontredderd sloft hij naar binnen en geeft de bestelling door aan een jongeman, die zich meteen naar de keuken rept.

Wat later komt de jonge kerel met een eerste meesterwerk naar buiten: een feilloos bereide frappé, met een dikke laag mokkakleurig schuim erbovenop. Bij meer dan 30 graden is dit ijskoude spul een balsem voor de ziel en de smaakpapillen. Terwijl hij de beker neerzet, dubbelcheckt hij: hoe zat het ook alweer met die andere koffies?

Een dubbele espresso en een latte, herhalen we. En of die dubbele espresso dan een Americano is, vraagt hij nog gauw? We zeggen dat het niet uitmaakt. Als het maar een grote kop is, en in de latte mag er uiteraard melkschuim.

De ober rept zich terug naar binnen, hij staat onder hoogspanning maar heeft het beste voor met de klanten. De koffies moeten en zullen op tafel verschijnen. Terwijl we van de frappé genieten, geven we onze ogen de kost. De oleanders staan in bloei en kleuren de hele stad roze en wit. Vanuit deuropeningen en zijstraten duiken gedurig katten op die zich een weg banen tussen de toeristen. Het mediterrane klimaat doet alles vertragen, de zonnewarmte maakt het af.

Plots staat de jongeman er weer, met nog een vraag. Moet er suiker in die espresso? Of liever niet? En die andere koffie – hoe heette die ook al weer?

We zeggen ‘latte’ en geven groen licht voor de suiker. Het tafereel wordt steeds komischer, de barista rept zich weer naar binnen. Ruim 10 minuten later beseffen we dat de frappé al lang op is, maar de rest van de drankjes nog steeds niet op tafel staat. De oude waard komt intussen poolshoogte nemen en vraagt of alles in orde is.

We knikken en zetten hem aan het werk: een kiekje van ons tweeën op deze plek zou wel leuk zijn. Nadat we de smartphone overhandigen, zien hem vanop afstand ietwat onhandig tikken op het scherm en wanneer hij het toestel teruggeeft, staat er geen nieuw beeld op. We vragen om een tweede poging maar hij waait onze bezorgdheden weg en wandelt weer naar binnen. Fotografie is iets voor fotografen.

Wanneer we het écht niet meer verwachten, komt de jonge assistent uiteindelijk aangelopen met zijn interpretatie van de dubbele espresso en de latte. Op zijn dienblad staan een hele grote kop koffie en een kop koffie met veel melk. De perfectie is ver te zoeken, maar we genieten van de bittere heerlijkheid en rekenen daarna af.

Het is de oude waard die binnen waakt over de centen en hij heeft geen flauw benul van wat drie exotische koffies kosten. Een korte, vurige discussie met een andere man doet de verwarring in de zaak alleen groeien. Geen van deze Kretenzers komt eruit, en daarom wordt junior uit de keuken opnieuw ter hulp geroepen.

Met een brede glimlach tikt de barista meteen ontzettend veel cijfers in op een oude kassa. Hij vraagt opnieuw of alles heeft gesmaakt, want dit is de eerste keer dat hij een frappé heeft gemaakt. Ik steek een duim omhoog: topwerk, zonder twijfel. Hij glundert van trots, tikt nog meer cijfers in en zegt dat ons rondje in totaal 6 euro en 15 cent kost. Stukken goedkoper dan in België, jawel, bij de gratie van ongecompliceerde eilandbewoners. Ook al leverde de fotoshoot uiteindelijk niets op: zou een mens nog durven klagen?