De E van E Street

we Hey Bruce,

Ik hang hier in de sofa en ‘Badlands’ knalde zonet door de radio. Eén van die monsterhits, signed The Boss. Terwijl ik in pyjama schaamteloos meebrulde en er wat klungelige danspasjes bij deed, besefte ik dat ik er zondag weer eens niet bij zal zijn. Je staat op het podium in Werchter. Ik zal op hetzelfde moment waarschijnlijk vluchtig checken of zoonlief niks vergat te studeren en dochterlief aanmanen tijdig in bed te kruipen, omdat de examens ook haar in hun greep hebben.

Samengevat: ‘la vie comme d’habitude’. Terwijl jij 120 kilometer verder duizenden fans inpakt met onverslijtbare rock. Het is een handelsmerk waar generaties uit hun kot voor blijven komen. To watch the legend, at 73. Daar buig ik voor.

We’ve come a long way, Bruce. Als tiener plukte ik ‘Born in the USA’ uit de rekken en draaide het album compleet grijs. Het was liefde vanaf de eerste drumslag, het eerste gitaarakkoord, je eerste kreet. Alsof je voor iedereen en tegelijk voor mij zong. De belabberde audiokwaliteit van mijn stereoketentje kon de euforie niet bederven en ik was ervan overtuigd dat we elkaar ooit eens tegen het lijf zouden lopen. Ergens, op straat.

Het was balen toen ik niet gek veel later ontdekte dat een goeie vriendin iets meer geluk had gehad. Haar vader troonde haar eind jaren ’80 mee naar de Kuip in Rotterdam, voor een live concert. Getuige daarvan: een gigantische poster in haar slaapkamer, met jouw beeltenis erop. Breed lachend, vingertje omhoog, gitaar op de rug gezwierd. In koeien van letters las ik keer op keer: BRUCE SPRINGSTEEN AND THE E STREET BAND.

Ik heb – shame on me – een tijdje gedacht dat de E van E Street een tikfout was. Dat de E er per ongeluk tussen was gesukkeld, waar eigenlijk THE STREET had moeten staan. Maar intussen weet ik beter. The E Street Band is verkleefd met bijna alles wat je de wereld hebt ingetrapt. Een danig besmettelijk oeuvre, dat zelfs mijn jongste er als peuter begeesterd door raakte.

Tijdens een onrustige nacht plukte ik hem jaren geleden uit zijn bedje en keken we tot laat in de nacht naar een liveshow van jou op tv. Junior was nog geen drie en werd prompt vastgezogen aan het scherm. ‘Waiting on a Sunny Day’ neuriede hij half dommelend mee, met een bekwijld koekje in de hand. Hij herhaalde wel tien keer: ‘Kijk mama, die meneer heb een gitaar op ze rug!’

Dat ben je voor hem en voor ons immer gebleven: de meneer met de gitaar op de rug. A Boss with a down to earth attitude. In mijn videoarchief slingeren er bewijsstukjes die de collectieve bewondering voor jou bestendigen. Met Kerst gingen we ooit uit de bol op ‘Born in the USA’. De lichtjes flikkerden op het ritme van de muziek, we schreeuwden de longen uit ons lijf. Op zijn zesde verjaardag headbangde zoonlief – samen met zus – bij het ontbijt als een bezetene op ‘Human Touch’. Daar houdt geen mens het droog bij.

Ach Bruce, je loopt eigenlijk overal virtueel met ons mee, zelfs al is de ontmoeting op straat er nog niet van gekomen. Alhoewel. Vorige maand was het echt close, toen je net voor ons in Italië landde. We zagen op Instagram dat je in Bologna was gepasseerd, wij waren er ook. Het filmpje ontlokte een ‘oooh’ bij de dochter, zoonlief en ik voegden er een ontroerd ‘oh néééé’ aan toe. Omdat we er graag getuige van waren geweest. En omdat we dan uit sympathie een vingertje in de lucht hadden kunnen steken, net zoals jij op die poster destijds. Yes.

Het is niet gebeurd en ik geraak dus ook niet op de wei van Werchter dit weekend. Zonde, maar het is wat het is. De bewondering blijft, en de diepe buiging krijg je van ons. Elke keer opnieuw, ad infinitum.

Speel goed zondag.
Blijf rocken.
You’re truly tougher than the rest.

Hartelijk,

Bene

PS: Doe je Patti de groeten?

 

(foto: © Wikicommons – Climate Pledge Arena, Seattle, February 2023)