Het recht om te zwijgen
Het is even voor 8 uur, maandagmorgen. We stappen in de auto. De rugzak ligt op de achterbank, ik vraag pro forma of hij zijn boterhammen, drinkbus, zonnebril én pet niet vergeten is. Lees meer
Het is even voor 8 uur, maandagmorgen. We stappen in de auto. De rugzak ligt op de achterbank, ik vraag pro forma of hij zijn boterhammen, drinkbus, zonnebril én pet niet vergeten is. Lees meer
Ze hebben het me thuis al een paar keer kordaat gevraagd: wanneer staat er Turks brood op het menu, mama? Koop je eens Turks brood? Alsjeblieft?
Omdat vragen een antwoord verdienen, besluit ik mijn beste beentje voor te zetten. Het is dinsdag. Ik spring op de fiets en rep me naar die ene Turkse bakker, een eind verder in de stad. Voor de gelegenheid heb ik een joekel van een rugzak mee: goed om drie pides in te stockeren. Eat this, my children!
Bij aankomst krijg ik eilaas het spreekwoordelijke deksel op de neus: de zaak is dicht op dinsdag. Ik vloek binnensmonds. Sta wat te draaien en zie de uitbater aangesloft komen op zijn dooie gemakje. Hij voelt dat ik marchandise nodig heb en verontschuldigt zich meteen: “Sorry, madam! Vandaag sluitingsdag. Morgen wij zijn weer open!”
Ik keer onverrichter zake terug en meld aan de hongerige jonge zielen dat de pide voor morgen is. Instant zijn daar twee pruillippen en apocalyptisch geweeklaag. Ik onderstreep dat Turkse bakkers óók recht hebben op een vrije dag. Het gebroed reageert bedenkelijk en eist prompt compensatie: of we dan koffiekoeken kunnen eten? Of frieten, please, want “dat is heel lang geleden”? Ik hou het been stijf. Morgen Turks brood en daarmee uit.
Een etmaal en wat doodgewone maaltijden later wordt de teleurstelling eilaas nog groter. Wanneer ik de Turkse bakkerij opnieuw binnenstap, mijn portefeuille opvis en gezwind om drie pides vraag, schudt de verkoopster het hoofd. “Sorry. Pide niet op woensdag, mevrouw. Andere dagen wel, maar niet op woensdag!”
O tegenslag, denk ik, o rampspoed, o onmetelijke onrechtvaardigheid. Wat heb ik als atheïst in een niet-vorig leven verkeerd gedaan om zo gestraft te worden? Ik vraag de dame of ik de broden misschien mag reserveren, zodat ik daags nadien zeker ben van mijn voorraad. Hoeft niet, zegt ze vrolijk. Ze bakken er een heleboel en blijven open tot ’s avonds laat. “Altijd Turks brood in Turkse bakkerij”, voegt ze er gezwind aan toe.
De reacties aan het thuisfront zijn weinig mild, maar ik pareer de kritiek opnieuw en zeg dat de fameuze broden binnenkort op tafel zullen liggen. Door een agendaverschuiving beland ik uiteindelijk pas op zondag terug bij de bakker in kwestie. Het is al late voormiddag. Het walhalla vol glanzende muurbekleding, neonverlichting, mierzoete gebakjes en hemelse aroma’s heet mij hartelijk welkom. Ik heb drie euro in de hand en voel: nu gaat het gebeuren.
“Drie pides, alstublieft!”
Waarna: korte stilte.
“Oei”, zegt de verkoopster. “Ik denk misschien zij zijn op… ik ga vragen!”
Ze verdwijnt in het atelier. Ik blijf glimlachen maar bereik inwendig een kookpunt. Drie rondritten op drie dagen, voor een ietwat exotisch plat brood, zonder enig resultaat: dat is de limiet. Als ik nog eens met lege handen thuiskom, zijn de gevolgen vast niet te overzien. Ik overloop noodscenario’s en voel het koud zweet uitbreken. Maar dan verschijnt mevrouw-van-de-bakkerij terug in de winkel. In haar handen houdt ze een vervaarlijk wankelende stapel pides, meer dan er ooit in mijn rugzak zullen kunnen. Ze glimlacht breed.
“Wilt u wit of bruin?”, vraagt ze pro forma.
Ik kies voor wit. Haal opgelucht adem. Schuif de drie euro over de toonbank en stop de voorraad in mijn rugzak. Zeg dat de kinderen blij zullen zijn en dat het zal smaken. De dame is geflatteerd en zegt dat ik steeds welkom ben, als ik nog meer pides wil.
“Altijd Turks brood in Turkse bakkerij, m’vrouw!”, herhaalt ze. “Maar niet op woensdag. En op dinsdag gesloten. Maar anders wel bijna altijd.”
(waarvan akte)
Beste Sint
Na 39 jaar in dit leven begin ik steeds meer verknocht te geraken aan kleine eenvoud en hoe het vroeger was. Het ouderlijk gezag waarschuwde mij twee decennia geleden al voor die evolutie. Ik heb hun bedenkingen toen feestelijk weg gelachen: mij zou het nooit overkomen, haha, de “hang” naar de goeie ouwe tijd en het testbeeld van de BRT;
Maar kijk, vandaag is het wel degelijk zover. En aangezien u op deze datum stilaan inpakkende bent om naar uw Spaanse heimat terug te keren, neem ik aan dat u nog net genoeg tijd heeft om akte te nemen van mijn wensen en verzuchtingen.
Wilt u, om te beginnen, volgend jaar alstublieft “slijm” uit uw Spaans Stockhuis schrappen? Om de een of andere reden is het vandaag bon ton geworden om kinderen dat spul te schenken, waardoor ouders zich net niet spontaan in de psychiatrie aanmelden. De oudste hier kreeg zes (jawel, zes) potten van dat goedje cadeau. Ze geniet ervan om ad infinitum met het spul te zooien en er zelfs doucheputjes mee te pimpen. Aangezien het slijm ook nog eens vol minuscule bolletjes piepschuim zit, loop ik al twee etmalen als een bezetene te stofzuigen en te poetsen. Ik vraag u formeel om paal en perk te stellen aan deze – nochtans legale – commerciële terreur. Schenk een pop, een bal of beide. En daarmee basta.
Duidelijkheid: kan dat ook bij uw volgende passage in onze Hanzestad? Ik vernam immers dat u in de school van mijn kadeeën langs kwam met een officiële politieauto. Mijn koters zijn gelukkig op de hoogte over uw surrealistisch statuut, maar voor de nog-gelovige-zieltjes is zo’n intrede compleet verwarrend. Ik zie de bui al hangen als die bengels bij de volgende opendeurdag van de lokale politie vragen om eens “pieten” te tonen, of doodleuk opperen dat de sirenes op het dak van het politionele wagenpark gewoon toeters van Fisher Price zijn. Hou de zaken aub gescheiden, bij de intrede van 2018. Flikken zijn flikken, u rijdt op een schimmel. Capisci?
Een sperperiode: gaat u daar ook met uw syndicaat over praten? Zo hoeven ouders die in september nog gauw een ontbrekende geodriehoek kopen voor hun lagereschoolsmurfen, niet uit te leggen waarom het “lekkers” van uwentwege al te koop wordt aangeboden. Zelfs al zijn chocolade en marsepeinen smartphones waanzinnig lang houdbaar: ik wil ze niet meer voor 15 november in de winkel zien liggen. Net zoals vroeger: een focus op strikte data. Punt uit.
En nu ik toch bezig ben: swiffert u meteen ook alle updates de wereld uit? Kunt u de digitale revolutie puh-lease definitief stabiliseren, zodat we zelf niet de neiging krijgen om in schouwen te kruipen en het kieken uit te hangen? Want net toen ik deze brief begon, seinde mijn laptop dat het weer van dattum is: de software moest bijgewerkt. Uit arren moede tik ik alles dus gewoon op mijn aaiFoon, die recent ook een verse aansturing kreeg. “Even geduld” is een dooddoener geworden op alle schermen in ons huishouden en dat, beste Sinterklaas, suckt big time.
Ik hoop dat mijn noodkreet duidelijk is. Geef de wereld de eenvoud terug, Sint, ook al is ze bestickerd met aangevreten appels en worden online aankopen thuis geleverd nog voor we ze besteld hebben. Maak het leven af en toe weer zoals vroeger. Zonder slijm, zonder politieauto’s en met het testbeeld van de BRT. Alleen daar is “even geduld” écht op zijn plaats.
Dank bij voorbaat.
Je vrome kapoen,
Bene Van Eeghem
“Gratis mee te nemen”, zegt het blad. Het steekt in een doos die onopvallend aan het paadje staat waar ze elke dag langs fietst. Moeder ziet het op de valreep, gooit de remmen dicht en beveelt haar apen om hetzelfde te doen. Lees meer
Geachte Sint
Ik zag u vanochtend amechtig over straat lopen in de buurt. Ge waart correct gekleed, met mijter, tabberd, zijden baard en bijhorende staf. Ge waart waanzinnig gehaast en ik voelde prompt meelij: alsmaar lopen, brieven beantwoorden, eisen van jonge ettertjes inwilligen. Dat vergt iets van lijf en geest in de koudste tijd van ‘t jaar. Lees meer
“35 jaar werk, madam. En allemaal echt. Da’s wat ge hier ziet. Daar steken wij al onze energie in.” Hij zegt het vriendelijk maar ernstig, met een half volle pint in de hand. Hij knikt en geeft me een flyer: de hobbyclub viert zijn verjaardag, ze houden weldra open deur. Lees meer
Geen schoner seizoen dan de herfst. Kleurenpracht. De zomer die nog wat sporen nalaat. Ganzen die overvliegen. Bladeren die dwarrelen. En muggen die op het eind van de dag de gemoedsrust genadeloos komen verpesten.
Beste trainer van de plaatselijke club,
Mijn felicitaties. Ik zag u nog maar twee keer aan het werk, en moet deemoedig het hoofd buigen. U vervult een taak met niet zo gek veel aanzien: jong geweld de kunst der voetbalsport aanleren. U doet dat bovendien twee keer per week, voor een slordige 15 ukken. Lees meer
Het was wederom ons dagje, gisteren. Met ‘ons’ bedoel ik het deel van de aardbol dat zichzelf moeder mag noemen. Ongeacht het aantal rondhossende koters, en of je die nu een waardeloze dan wel schrikwekkend perfecte opvoeding probeert te geven: op Moederdag scoren we quasi onverdeeld. Lees meer
Carnaval zit erop. Dag weelderige pruiken, glitterpakken, liedjes die nazinderen in oor en hoofd. Dag besmeurde trottoirs, zwalpende mannen, joelende vrouwen. Ik heb ze nog eens aanschouwd en vergeleken. Lees meer