With love from Bittles, Belfast

“Coffee drinkers, water drinkers, coke drinkers: they don’t blend in!”
Dat zei de legendarische John Bittles ooit tegen een online reporter.

Bittles runt Bittles Bar in Belfast. De pub is een zakdoek groot en zit meestal nokvol. Wie binnen geen plaats kan bemachtigen, neemt plaats op een bankje buiten om er te genieten van Guinness, elke dag opnieuw, weer of geen weer. Want het zwarte bier is en blijft de trots van (Noord-) Ierland. Guinness is always good for you.

Het is met die knipoog dat John Bittles zijn klanten al decennia jent én charmeert. In Bittles Bar legen bezoekers gemiddeld 33 vaten Guinness per week. Eenvoudige rekensom: uit een vat haal je ongeveer 88 pints en dus gaan er daar wekelijks zo’n 2.900 gevulde glazen over de toog. De historische ‘Flatiron’, een 19de-eeuwse opslagplaats vlak bij Belfast Harbour waarin het café huist, is die omzet in goud waard.

Rewind.

In augustus 2000, een kwarteeuw geleden, stap ik Bittles Bar voor het eerst binnen. Ik ben net afgestudeerd en trek met een vriendin door Noord-Ierland. Met de spirit van een echte backpacker reizen we langs de kust en houden we halt in tal van steden. Belfast steelt meteen ons hart, de passage bij Bittles ook. We vergapen ons aan de olijke gezelligheid en rechttoe-rechtaan-attitude van bezoekers. Bittles Bar is een hotspot, nog voor het woord goed en wel is uitgevonden.

De vaste klandizie van Bittles heeft in het jaar 2000 een ruwe bolster, met een binnenkant van peperkoek. Wij, de reizende twintigers, zijn exoten in wat dan een echt ouderwets mannencafé lijkt. Maar de waard heet ons welkom en we heffen er – net zoals de locals – een romige pint Guinness. Sláinte*!

Fast forward.

Het is augustus 2025 als ik naar Bittles Bar terugkeer, nu met mijn dochter erbij. Ze gaat binnenkort studeren en op het eind van de zomer nemen we het er nog even samen van in Belfast. The Flatiron is geen spat veranderd, Bittles evenmin. De vaten Guinness staan nog steeds tegen de gevel gestapeld, het interieur heeft niets aan charme ingeboet. Ierse helden en bijpassende vlaggen prijken aan de muur. Reclameborden voor Guinness vullen de gaatjes, de tap met het zwarte goud draait nog steeds op volle toeren.

John Bittles is niet op post wanneer we langskomen, maar zijn collega slijt de drankvoorraad met dezelfde vurigheid: hier drinkt men Guinness, in pints, en niks anders. Wanneer ik de man discreet meld dat de dochter nog net geen 18 is, reageert hij formeel: “I say she has the age, she sure has!

Ze mag dus een Guinness proeven, zo’n grote pint, met de perfecte kraag. Want ‘half pints’ schenken ze hier nog steeds niet. “That doesn’t fit the criteria” zegt John Bittles daar grinnikend over, en de staf bevestigt dat.

De alcoholminnende retoriek doet soms wenkbrauwen fronsen, ook op sociale media. Critici zien niet door de dubbele bodem heen en noemen het pleidooi ‘onverantwoord’. Maar kenners van Bittles weten dat het niet meer dan een knipoog is. Want wanneer John op Instagram verklaart dat er hier enkel en alleen Guinness gedronken wordt, houdt hij zelf gewoon een beker koffie in de hand. De waarheid ligt gelaagd tussen de lijnen. Wie past voor het toogmenu, wordt nooit echt op straat gezet

En dus klink en geniet ik, 25 jaar na de eerste keer, in Bittles Bar. Met de dochter en wat locals die vrienden zijn: dat heet ‘blij weerzien’.

Ondanks de gulle traktatie waagt mijn oudste oogappel zich slechts aan wat kleine slokjes. Ze vindt Guinness eigenlijk niet zo lekker, zegt ze, en dat is oké. Niemand doet er meewarig over, maar voor de sport poseren we wél met een vol glas. Een sfeerkiekje met 4 van de 2.900 pints die ook deze week weer over de toog zullen glijden bij Bittles. We’re happy to blend in.

(Dank voor de traktatie, Gary!)

* gezondheid

www.bittlesbar.com