Wafel met papa

“Ik wil die!”, zegt het rakkertje van een jaar of vier tegen zijn vader. Hij drukt een mollig wijsvingertje tegen de koeltoog. De ijstaart met rode afwerking en een lachend rendier erop, heeft zijn hart gestolen.

Papa glimlacht en zegt dat dat vandaag niet kan. Het is te koud voor ijs, en zo’n grote taart, dat kunnen we toch niet meenemen naar huis? Dat lukt niet op de fiets!

De kleine fronst en stampvoet. Hij wil écht ijs, en mag het dan geen hoorntje zijn? Papa houdt voet bij stuk: vandaag eten we een wafel, en daarmee uit. Zo meteen wordt de bestelling geplaatst. Kijk eens, zegt hij tegen de zoon, zus staat al flink te wachten aan de andere kant van de toog.

Daar gooit de verkoper drie bollen smeuïg en zoet geurend deeg op een gloeiend wafelijzer. De klep gaat dicht, het lekkers wordt gebakken. Papa rekent af terwijl twee paar grote kinderogen toekijken hoe ‘hun’ wafel vorm krijgt. Magie zit in eenvoudige dingen.

Intussen bestel ik voor mezelf een bolletje ijs. De gratis-coupon steekt in mijn smartphone: een uitgesteld verjaardagscadeau omdat ik trouwe klant ben in dit huis. Mijn bestelling en die van de wafelsmurfjes zijn op hetzelfde moment klaar. We schuiven op naar buiten en installeren ons op de zitbankjes, onder een zachte winterzon.

Terwijl ik gezwind aan mijn ijsje begin, weet ik intuïtief: het gaat compleet fout met die wafels. Want kleine broer in het gezelschap reageert danig enthousiast dat hij niet beseft hoe heet een vers gebakken wafel is. Grote zus is voorzichtiger, blaast flink en stelt het knabbelen nog even uit. De kleine man kiest ‘de korte weg rechtdoor’ en zet vol enthousiasme zijn tandjes in het gebak.

Eerst een schreeuw, dan tranen. De wafel is veel te wa-ha-haaaarm! Vaderlief sust zijn zoon prompt, veegt traantjes weg en behoudt tegelijkertijd zijn cool.

“Aiaiai, dat is niet leuk. Heb je pijn? Papa had nog gezegd dat je wat moest wachten. Moet ik de wafel vasthouden voor jou?”

Het antwoord is een loeiharde ‘NEEN!’, waarna kleine broer zijn vader een duw geeft en nog bozer wordt. Er lopen hopen tranen. Het geschreeuw gaat crescendo. Intussen neemt zus secuur een klein hapje van haar traktatie. Het smaakt.

Papa neemt de por van zijn zoon niet in dank aan en gaat over de rooie als de kleine zijn wafel plots op de grond gooit: drie zuurverdiende euro’s tegen de kasseien. Als klap op de vuurpijl zegt junior:

“Ik wil ijstaart! Ik wil ijsta-ha-haaart!”

Na dat statement heeft vaderlief het helemaal gehad. De stoïcijnse kalmte en pedagogische principes maken plaats voor een hoop onverbloemde verwijten richting de vierjarige. Vader roept dat de kleine moet stoppen met roepen en voegt er ongegeneerd aan toe:

“Het is altijd hetzelfde met jou! We doen iets leuks en dan word jij boos en dan is het voor niemand nog leuk. En waarom gooi je die wafel op de grond? Foei! Dat is stout! Je zus is tenminste flink!”

Zus heeft intussen al een kwart van de wafel op en merkt dat ik het conflict in mijn ooghoek volg. Ze glimlacht, als een soort van vrolijke samenzwering. Alsof ze wil zeggen: ‘laat ze maar doen, joh, mijn eten smaakt in elk geval’.

Wanneer de gemoederen zijn bedaard en papa alsnog de wafel van de grond heeft gevist en vluchtig schoon geveegd, stopt hij het lekkers terug in de handen van broer. Kom, zegt hij, ga flink naast je zus zitten en lach eens. Dan maken we een foto voor mama!

Het jongetje gehoorzaamt snikkend, leunt tegen zijn zus. Ze houden beiden hun wafel voor zich uit en lachen kamerbreed. Op zijn wangetje glinstert een dikke traan in de winterzon: poëtisch en aandoenlijk tegelijk.

Daarna vertelt papa dat hij de foto zal doorsturen naar het werk van mama.

“Waaroooom?”, vraagt de dochter.

“Dan ziet ze dat jullie hier een lekkere wafel eten in het zonnetje terwijl ze moet werken. Dan wordt ze een beetje jaloers.”

Mispoes, denk ik bij mezelf, maar ik laat niets merken en eet mijn ijsje op. Één ding weet ik – uit ervaring – echt helemaal zeker. Als moeders kunnen kiezen tussen een dag op kantoor of een dag in de stad waarbij een vierjarige driftkikker stennis maakt, een hysterische huilbui krijgt en finaal wafels op de grond gooit, dan is de keuze snel gemaakt.