Sappig!
Eerst noemde dochterlief alles ‘gangster’. Toen werd het ‘bro’ aan het begin van elke zin. Een paar weken later heette alles ‘very nice’, tot ze dat weer inruilde voor ‘delisj’. Wat op zich een afkorting van ‘delicious’ is.
De buzzwoorden vliegen in deze eeuw aan een moordvaart door elke woonkamer. Als ouder van twee pubers probeer je krampachtig de vinger aan de pols te houden, maar taalkundig hink je altijd achterop. Ik spreek uit ervaring.
Noem ik eens iets ‘gangster’, dan rollen er twee paar ogen in alle richtingen. Want hé, mama, dat is passé. ‘Gangster’ was vorig jaar en het is intussen 2024. We zitten al vijf buzzhoofdstukken verder. Probeer vooral geen generatiekloof te dichten met jargon waar binnen de drie weken sleet op zit.
Daarom heb ik ‘gangster’ losgelaten. ‘Very nice’ evenzeer. Een occasionele ‘peace’, daar durf ik me nog net aan wagen. Het woord was overigens al in trek toen ik met wasco’s tekende en in een elastiek sprong. Peace is universeel, van alle generaties. Geen echt buzzwoord en ook weer wel. Het hangt er maar vanaf in welke context je het dropt.
(Droppen, ja. Nog zo’n leukerd en ‘quite buzz’ in het derde decennium van de eenentwintigste eeuw. Singles, video’s, films: ze worden voortdurend gedropt. Niet langer gereleaset. Punt.)
Het strafste aan alle buzzwoorden is dat ze voor 99% Engels zijn. Of een soort van Engels. Bijgevolg maakte mijn taalminnende hart een vreugdesprong toen de oudste hier plots met ‘sappig’ kwam aandraven. Een nieuw buzzertje in het Nederlands? Driewerf hoera!
‘Sappig’ deed plotsklaps in alle omstandigheden dienst:
Een stuk lekkere cake? Sappig!
Mama’s leeftijd? Sappig!
Tegenvallende schoolresultaten? Sappig!
Een bedenkelijke selfie van Donatella Versace op Instagram? Sappig!
Een bord waar nog niets aan kleeft omdat het net-niet-goed is afgewassen? Sappig!
We zijn al danig ver heen, dat ik zelf Whatsapp-berichten van mijn erfgenamen met ‘sappig’ begin te beantwoorden. En dan krijg je dit:
Dochter: ‘ik ga nu vrtrekn, binnen 10 mintjs thuis’
Ik: SAPPIG!
Zoon: ‘Kan je mijn turnkleren wassen tegen morgen?’
Ik: SAPPIG!
Pubers hebben niet de gewoonte om op berichten van hun ouders te antwoorden. Maar na mijn ‘sappig’ komt er nu en dan wél een smiley. Of een tsunami van vraagtekens. En dan kaats ik nog een sinaasappel-emoji terug. Sappig!
Maar niets is wat het lijkt. Uit recent empirisch onderzoek leerde ik dat voor de hand liggende sappige zaken, onder geen enkel beding zo genoemd worden. Hoegenaamd geen buzz in dat geval. Zo had ik hier uit liefde voor de kroost én gezonde voeding, een paar dagen geleden sinaasappelsap geperst bij het ontbijt. De glaasjes werden met smaak geleegd en mijn oren wachtten tevergeefs op een loeiharde ‘sappig!’ die nooit kwam. Toen ik polste wat de oudste van het extraatje vond, luidde het:
“Hm, lekker. Very healthy ook.”
“En… niet sappig?”
“Hmmm neen. Healthy. Peace.”
Ik heb in stilte geconcludeerd dat mijn geliefde Nederlandse buzzertje na luttele weken dienst al naar de prullenmand is verwezen en daar vermoedelijk een stille dood zal sterven. Mooie liedjes duren duidelijk niet lang, sappige recepten nog veel minder. What a juicy shame.